Met de mobiliteitsswitch zet Vlaanderen in op efficiënter, duurzamer en flexibeler openbaar vervoer. Dat doen we door de vraag en het aanbod van openbaar vervoer beter op elkaar af te stemmen. De trein, tram en bus blijven vaste waarden. Op plaatsen waar er meer reizigers vertrekken of aankomen zetten we snellere en frequentere bus- en tramverbindingen in. Op minder drukke plaatsen komt er flexvervoer. Je reserveert dan vooraf een rit of gebruikt een deelfiets of deelwagen om een deel van je route af te leggen.
Centraal in de mobiliteitsswitch staat combimobiliteit. Combimobiliteit betekent dat je verschillende vervoermiddelen combineert om je bestemming te bereiken. Denk aan de trein, tram, bus, een deelfiets of deelwagen. Maar ook je eigen fiets gebruiken en wandelen horen erbij. Je wandelt of fietst bijvoorbeeld naar het station. Daar neem je de trein en dan de bus tot bij vrienden. Of je neemt de auto tot aan het Hoppinpunt op Kassei, en neemt daar de Ringtrambus of deelfiets naar het centrum.
Door de vraag en het aanbod van openbaar vervoer beter op elkaar af te stemmen, rijden er minder lege bussen en trams rond én worden drukke lijnen beter bediend. Het uitgangspunt is dat scholen, ziekenhuizen, bedrijventerreinen, sportcentra, cultuurcentra en winkelcentra vlot bereikbaar zijn voor iedereen.
Tegen juli 2023 moet alles klaar zijn om de mobiliteitsswitch te maken. Intussen werken de Vlaamse overheid, De Lijn, de vervoerregios en de lokale besturen verder aan de praktische uitwerking. Wat dit voor jou betekent, ontdek je vanaf het najaar 2022.
Meer weten? Neem een kijkje op www.mobiliteitsswitch.be.